Zoals Andreas Simon vond, zo vindt Filippus Nathanaël. En beiden uiten hun vreugde: “We hebben hem gevonden!”
Deze ‘roepingen’ zijn het resultaat van communicatie tussen de eerste discipelen. Jezus regisseert dit hele verhaal: wij spreken over Hem, wij komen van Hem en wij gaan naar Hem toe. Hij is aanwezig om ruimte te geven aan de menselijke vrijheid.
Filippus ontmoet Nathanaël en vertelt zijn vriend over zijn ervaring toen hij Christus ontmoette in de persoon van Jezus. De verklaring van Filippus is gebaseerd op de Heilige Schrift. Hij geeft toe dat hij de man is waar Israël op heeft gewacht:
“Ik zal uit hun eigen broeders een profeet doen opstaan zoals gij dat zijt. Ik zal hem mijn woorden in de mond leggen en hij zal hun alles zeggen wat Ik hem opdraag.” (Deuteronomium 18. 18).
Nathanaëls reactie getuigt van scepsis: de Messias kon niet wonen in een klein dorpje als Nazareth. Wij worden geconfronteerd met dezelfde twijfels als altijd, die ontstaan bij degenen die nog niet geloven in de persoon van God die mens werd zoals wij.
De twijfels van iemand die denkt dat hij vertrouwen heeft in deze wereld.
Filippus probeert niet de twijfels van zijn vriend te verhelderen of weg te nemen, maar hem uit te nodigen voor een persoonlijke ervaring met de Meester, dezelfde ervaring die hij eerder had en die zijn leven veranderde.