Vergeven is opnieuw creëren. Als je beweert dat je zonden kunt vergeven, dan schrijf je de scheppende kracht van God zelf aan jezelf toe. Uit deze uitspraak komt de beschuldiging van godslastering tegen Jezus. Hieruit begrijpen we de betekenis van Jezus’ genezing van de verlamde.
Op aarde heeft alleen God deze macht. Nu is in Jezus de kracht van God zelf onder de mensen aanwezig, als een effectieve kracht van verlossing: “Zoiets hebben wij nog nooit gezien.” (Marcus 2. 12).
De daden van Jezus zijn een zichtbaar teken van de reddende aanwezigheid van God. Hij is niet alleen een diagnosticeerder van het kwaad. Hij heeft de persoonlijke macht om de mens van het kwaad te bevrijden. En als iemand daaraan twijfelt, zoals de schriftgeleerden, dan weet hij het met feiten te bewijzen. Jezus is niet een van de vele wijze mannen die kennis overdragen; Zijn woord is scheppende actie: de zieke wordt gezond, de zondaar wordt rechtvaardig.
Waar het om gaat, is het ware beeld van God, die vergeving en genade is, en het ware beeld van Jezus, die de Zoon des mensen is, die de macht heeft om zonden te vergeven en de mens te redden.