Het verhaal van de genezing van de dienaar van de centurio leert ons dat het niet genoeg is om alleen de Bijbel te kennen, de wet te respecteren en te zeggen: “Heer, Heer”, maar dat men handelingen moet verrichten met liefde en eenvoud van geest en hart. Hier komt het geloof vandaan.
De centurio heeft een blik vol liefde en nederigheid jegens zijn dienaar en Jezus. Zelfs de Joden die tussen hem en Jezus bemiddelden, spreken over hem als een rechtvaardig man: “Als er één is die verdient dat U hem helpt, is hij het wel!’ zeiden ze. ‘Hij houdt van ons volk en heeft zelfs op eigen kosten een synagoge voor ons laten bouwen.” (Lucas 7. 4-5).
Deze lof wordt geëvenaard door de nederigheid en het geloof van de centurio, die via zijn joodse vrienden de Heer Jezus vraagt ter wille van zijn dienaar, en een van de mooiste geloofsbelijdenissen aflegt: “Ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt … Eén woord van U is genoeg om mijn knecht te genezen”(Lucas 7. 6-7)
De kracht van het woord van Jezus werkt zelfs in zijn afwezigheid! De hoofdman geeft toe dat wanneer liefde in zijn hart is, de werken die van hem komen vol liefde zijn. Dit is zijn ware geloof.
En Jezus verwonderde zich over hem: “Nergens in Israël heb Ik iemand ontdekt die zoveel geloof in Mij heeft!”(Lucas 7. 9)
Geloof groeit en bloeit in een land bewoond door liefde.