Een rijke man komt oprecht en met goede bedoelingen naar Jezus en stelt een vraag die onschuldig lijkt, maar zijn hart blootlegt.
Jezus’ antwoord kwam als een schok “verkoop alles wat ge bezit en deel het uit aan de armen; “daarna zult ge een schat bezitten in de hemel. En kom dan terug om Mij te volgen” (Lukas 18, 22).
Op dat moment werd duidelijk wat er in het hart van de man was. Hij was schijnbaar rechtschapen, hield de wet in acht, maar was niet vrij. Hij bezat veel, maar het geld bezat hem. Hij kon het niet loslaten en vertrok bedroefd. Wat een paradox! Rijk aan geld, arm aan vreugde!
Jezus wil ons niet verarmen, maar ons bevrijden. Hij vraagt niet dat we ons geld wegwerpen, maar dat we het van de troon van ons hart verwijderen.
Het probleem zit niet in wat we bezitten, maar in wat ons bezit.
Het gevaar ligt niet in rijkdom, maar in gehechtheid eraan, wanneer geld een kleine god wordt die onze vrijheid beperkt en onze stappen leidt. In een wereld vol dingen lijkt Jezus’ woord moeilijk.
We streven altijd naar meer: een nieuwe telefoon, een groter huis, een hoger saldo.
Maar we vergeten dat wie alles bezit zonder God, eigenlijk niets bezit.
Hoeveel mensen bezitten veel, maar missen vrede.
Ik herinner me een eenvoudige vrouw in Bagdad, heel arm, wonend in een bescheiden huis in een volkswijk, maar altijd glimlachend, biddend en gevend van haar weinig aan de armen.
Op een dag vroeg ik haar: “Hoe kun je blij zijn terwijl je niets bezit?”
Ze glimlachte en zei: “Mijn hart is vol van Jezus, en zolang Hij in mijn hart is, ontbreekt mij niets.”
Daar besefte ik dat ware armoede niet het ontbreken van geld is, maar de afwezigheid van God in het hart.
Jezus vraagt niet dat we alles verkopen, maar dat we ons hart ordenen:
Wie staat in het centrum? God of de dingen?
Bezit ik tijd voor wie ik liefheb, of beheersen mijn bezigheden mij?
Broeders en zusters, ware rijkdom wordt niet gemeten aan wat in de zakken zit, maar aan wat in de harten is.
En vrijheid komt niet uit overvloed, maar uit het vermogen los te laten.
Wanneer we God eerst stellen, nemen de dingen hun juiste plaats in.
Wanneer we geven, nemen we toe in rijkdom in de hemel, en wanneer we vasthouden, verliezen we het onschatbare.
Paulus zei: “Maar wat winst voor mij was ben ik om Christus gaan beschouwen als verlies” (Filippenzen 3, 7).
Ja, rijkdom redt niet, maar liefde.
Vreugde komt niet uit bezit, maar uit geven.
De weg naar de hemel is de weg van een open hart, zoals de handen van Jezus aan het kruis.
Heer Jezus, U bent de schat van mijn hart, reinig mij van alle gehechtheid die Uw aangezicht verbergt, en help mij U te volgen met een vrij en open hart.
Laat mij mijn vreugde vinden in geven, niet in bezitten. Amen.