De overvloed aan liefde van Jezus verbaast ons altijd. Hij geeft steeds meer dan we zouden verwachten.
Jezus roept iedereen op, jong en oud, om te weten hoe we onszelf beschikbaar kunnen stellen, en hoe we kunnen presenteren wat we hebben zoals we zijn aan anderen.
Dit betekent dat ieder van ons verantwoordelijk is voor de ander. Het betekent dat het probleem van degenen die sterven van de honger ook ons probleem is, het betekent dat het probleem van de gemarginaliseerden, de afgewezenen en de eenzamen ook ons probleem is.
Wij geloven niet dat alle dingen die in de wereld gebeuren altijd moeten worden opgelost door anderen en degenen die de leiding hebben. Ieder van ons draagt, met de eenvoudige dingen die we kunnen doen, bij aan de opbouw van het Koninkrijk van God.
Vergeet niet dat de zee uit vele druppels water bestaat. Als elke druppel zegt: “Ik ben nutteloos omdat ik te klein ben” en weggaat, wat blijft er dan over van de zee? Er zal geen zee zijn. We hebben allemaal een beetje dat genoeg is voor Jezus om wonderen te verrichten in onze gezinnen, ons werk, de parochie of waar we ook komen. Je glimlach, je vriendelijke woord, je vriendelijkheid, je vermogen om vrede te verspreiden, de bereidheid om je tijd te geven om te helpen, en last but not least, geef iets van je bezittingen…
Dit alles zal vermenigvuldigd worden in de handen van God. Dit is de krachtige boodschap die Jezus aan zijn discipelen en aan ons wil nalaten. Dit kleine ding moeten we delen omdat we op deze manier de wereld kunnen veranderen.
Jezus gaf Zijn lichaam en bloed, in de zekerheid dat Zijn geven, ook al leek het voor velen absurd, ons verlossing zou brengen.