En sommigen vragen zich misschien af: Hoe kan dat? Is er een zonde die buiten Gods vergeving valt? Zou de barmhartige God werkelijk een grens stellen aan zijn genade? Nee, het probleem ligt niet in de grenzen van Gods barmhartigheid, maar in het hart van de mens dat zich hardnekkig afsluit voor deze vergeving.deze passage is geen dreiging van God, maar een oproep tot ontwaken.
God wil ons niet bang maken, maar onze ogen openen voor het grootste gevaar dat onze ziel bedreigt: geestelijke koppigheid.
De zonde tegen de Heilige Geest is geen vergissing van woorden, noch een moment van zwakte, maar een opstand van het hart.
Het is die toestand waarin de mens zegt:
“Ik heb geen vergeving nodig… ik ben geen zondaar.” of: “Mijn zonden zijn te groot… het is onmogelijk dat God mij vergeeft!”
Deze eenvoudige gedachten, die zich ongemerkt in ons bewustzijn nestelen, zijn in werkelijkheid kiemen van de zonde tegen de Heilige Geest, omdat ze de kracht van God ontkennen om te veranderen, en de genade buitensluiten.
De ergste zonde ligt niet in de daad zelf, maar in het weigeren: het weigeren om ziekte te erkennen, het ontkennen van behoefte, het sluiten van het hart voor God die aan de deur staat en wacht.
Deze geslotenheid verhindert dat de genade stroomt en blokkeert het werk van de Geest in ons binnenste.
Het dagelijkse leven is het echte slagveld:
niet met mensen, noch met omstandigheden, maar met die fundamentele keuze in jouw hart: Open ik mijn hart voor de Heilige Geest, of sluit ik het in koppigheid?