Er is een beschuldiging dat Jezus krankzinnig en bezeten is. Zo staat geschreven: “zeiden dat Beëlzebul in Hem huisde en dat Hij door middel van de vorst der duivels de duivels uitdreef.” en “Er huist een onreine geest in Hem.” (Marcus 3, 22, 30)
Het is jammer dat hij die de zieken geneest, als ziek wordt beschouwd; hij die demonen uitdrijft, wordt beschouwd als bezeten door de duivel.
Er is iets demonisch in een persoon wanneer hij zich in zichzelf terugtrekt en het licht van de Heilige Geest afwijst. De beschuldiging van de schriftgeleerden is niet alleen laster, maar ook godslastering. Dat de macht die Christus bezat aan satan toeschrijven wordt, zou betekenen dat we de werking van de Heilige Geest weerstaan en de goddelijke barmhartigheid onwerkzaam maken.
Het enige geval waarin vergeving ineffectief kan zijn, is de weigering om zich te laten vergeven: dit is de zonde tegen de Heilige Geest. Zondigen tegen de Heilige Geest betekent weigeren te geloven dat God de Verlosser aan het werk is in Jezus. Deze weigering is de grootste zonde die een mens kan begaan. Zolang de mens in zo’n situatie van afwijzing blijft, is redding onmogelijk. Er staat geschreven: “Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden.” (Handelingen 4. 12).
Alleen het geloof in Jezus kan de tragedie van de menselijke situatie wegnemen, anders zal de mens zoals geschreven staat: “in eeuwigheid geen vergiffenis krijgen; hij is bezwaard met een eeuwig blijvende zonde.” (Marcus 3,29).
God vergeeft altijd iedereen! Zonde tegen de Heilige Geest is het weigeren van de vergeving die God aan ons biedt. Als deze weigering van ons voor altijd blijft bestaan, zal de zonde en de daaruit voortvloeiende verdoemenis voor altijd voortduren.
Het is niet God die niet vergeeft; hij is de man die niet vergeven wil worden. Jezus veroordeelt deze “eeuwige” zonde niet om de schriftgeleerden te veroordelen, maar om hen tot bekering op te roepen en hen de ernst te laten zien van wat ze doen. Elke “dreiging” van God in de Bijbel is van dit type, en bereikt zijn effect wanneer het niet uitkomt omdat het tot bekering heeft geleid.