Het geluk en de eer van een vrouw hangen af van de kinderen die ze heeft verwekt en verzorgd. Een vrouw uit het volk is diep geraakt door de grootheid van Jezus, hij werpt de heerschappij van satan omver en brengt redding tot stand. De roem van de zoon wordt ook weerspiegeld in de moeder.
De moeder van Jezus is te prijzen. De grootheid van Jezus maakt ook de moeder groot. Maar iemand zou deze lof verkeerd kunnen interpreteren. Fysiek moederschap alleen is geen voldoende reden om gezegend te worden genoemd. Veel meer valt zalig te prijzen die het woord van God hoort en onderhoudt. Maagd Maria luisterde, geloofde en bracht het in praktijk. Ze is niet alleen gezegend omdat ze de moeder van Jezus is, de overwinnaar van demonen en de Heiland; maar ook omdat zij luistert naar en zich houdt aan het woord van God.
Het geschreeuw van de vrouw: “Gelukkig de schoot die U gedragen heeft en de borsten die U hebben gevoed”(Lucas 11, 27), herinnert aan die van Elizabeth: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot”(Lucas 1, 42). Maar Elizabeth voegde ook de ultieme reden voor deze zaligspreking: “Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is”(Lucas 1, 45). En Jezus neemt deze motivatie over en zegt: “Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden”(Lucas 11, 28).
De genade en grootsheid die Maria verwierf, kwam niet alleen voort uit haar fysieke moederschap, maar veeleer uit haar vervulling van Gods wil. Maria’s geluk bestaat uit het horen en verwelkomen van Gods woord en vooral het in praktijk brengen ervan.
Vandaag is deze zaligspreking het woord dat verkondigd wordt door het Evangelie dat geïncarneerd is in hen die het verwelkomen en dat zich nu nog uitstrekt tot allen die het woord van God horen en in praktijk brengen.