Verlossing bestaat niet alleen uit het erkennen van Jezus als “de Heer”, maar ook uit het doen van zijn wil. Geloof dat stopt bij kennis maar het leven niet transformeert, is een duivels geloof: “Gij gelooft dat er slechts een God is!”Uitstekend! “ook de boze geesten geloven dat, en sidderen! …. “zo is het geloof dood zonder de daad.” (Jakobus 2,19.26). Goede werken van het geloof komen noodzakelijkerwijs voort uit het gehoorde, verwelkomde en angstvallig bewaakte woord in het hart.
De christen moet goed geplant zijn in Christus, stevig geworteld en gegrondvest in het geloof: “dat Christus door het geloof woont in uw hart” (Efesiers 3, 17), “in Hem geworteld, op Hem gebouwd, steunend op het geloof dat men u geleerd heeft, terwijl uw hart overvloeit van dankbaarheid.” (Kolossenzen 2, 7). Hij moet vaste en diepgaande overtuigingen hebben verworven en, bovenal, een serieuze levensverplichting. Dit alles om niet in te storten onder tegenslagen en beproevingen. Een christendom dat alleen bestaat uit mooie woorden, mooie gebaren en prachtige liturgische vieringen; kan de onvermijdelijke vervolgingen en tegenslagen van het leven niet weerstaan.