Een uiterst harde uitdrukking! Niet alleen in de oren van de discipelen die reageren door duidelijk hun verbijstering te tonen: “Wie kan dan nog gered worden?”(Lucas 18, 26). Als we dit serieus nemen, kan het ons ook niet onverschillig laten, die van welzijn een essentiële regel hebben gemaakt.
Niemand ontkent dat iedereen recht moet hebben op een waardig leven, maar feit is dat men vaak niet de noodzakelijke of zelfs maar de winst probeert na te streven. Nee, want het overbodige wordt ook nagestreven. Ook als dat betekent dat degenen die de kosten betalen de minder bedeelden en de armen op wier honger men speculeert zijn. En misschien is dat niet altijd bewust maar wel in navolging van de gemeenschappelijke trend.
Maar als christenen kunnen we niet als een struisvogel leven door de kop in het zand te steken om dit niet te zien. Dit woord daagt ons persoonlijk uit en dwingt ons onze ‘rijkdommen’ te herzien en het risico te lopen dat ze een ernstig obstakel worden voor onze ontmoeting met God.
Er bestaat het gevaar van ‘rijkdom’, aangezien het in de val lopen ervan een obstakel wordt voor totale openheid voor God en anderen. Deze woorden van het Evangelie nodigen ons uit om rijkdom te veranderen van een obstakel naar het opstijgen naar het eeuwige leven. Om zo anderen te dienen en onszelf ervan te bevrijden, omdat het volgen van Jezus concreet en waarlijk betekent: het verwijderen van de afgoden die de ruimte en tijd van ons leven in beslag nemen. Hetgeen een obstakel vormt op de weg naar het Koninkrijk van God.