We ontmoeten Bartimeüs, de blinde bedelaar, die langs de weg bij Jericho zit. Maar hij was niet alleen blind in zijn ogen, maar hij leed ook aan duisternis in zijn hart voordat hij Jezus leerde kennen. Hij leefde in duisternis, omgeven door stilte, maar toen hij over Jezus hoorde veranderde alles. “Jezus, Zoon van David, wees mij genadig!” (Marcus 10. 47). Deze kreet was niet alleen een smeekbede om hulp, maar een sterk geloof dat Jezus de Redder was. Op dat moment zag Bartimeüs Jezus niet fysiek, maar zijn hart was vervuld van geloof. Hij hoeft het niet met eigen ogen te zien, want hij beseft dat Jezus de Christus is, de “Zoon van David”, die de kracht heeft om te genezen; de verwachte Messias die zijn leven kan veranderen.
Hier leren we een belangrijke les: geloof is niet gebaseerd op wat we alleen met onze ogen zien, maar op wat we met ons hart geloven. Bartimeüs zag Jezus niet met eigen ogen, maar hij zag in Hem de Redder. Ons leven kan vol moeilijkheden en duisternis zijn, maar het is een sterk geloof in God dat onze geestelijke ogen opent en ons laat zien dat Jezus onze Redder en Gids is.
Ook wij zijn vaak ‘blind’ voor de werkelijkheid om ons heen. Soms krijgen we geen antwoord op onze gebeden, of begrijpen we Gods plannen niet. Maar net als Bartimeüs worden wij geroepen om tot Hem te roepen. Om in geloof tot Jezus te roepen, zelfs als het lijkt alsof niemand luistert. Geloof is niet gebaseerd op wat we zien, maar op wat we in ons hart geloven.