"وَلكِنْ يَأْتِي مَنْ هُوَ أَقْوَى مِنِّي، الَّذِي لَسْتُ أَهْلاً أَنْ أَحُلَّ سُيُورَ حِذَائئِهِ. هُوَ سَيُعَمِّدُكُمْ بِالرُّوحِ الْقُدُسِ وَنَارٍ" (لوقا 3. 16)
“Maar na mij komt er Iemand die belangrijker is dan ik. Ik ben het niet eens waard de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur” (Lucas 3.16)
De Heilige Geest en het vuur dat onze harten ontsteekt om ze warmte te geven.
Gedoopt in Geest en Vuur, mooie definitie voor een christen: Je bent ondergedompeld in Geest en Vuur, verrijkt in Geest en Vuur, in Vrijheid en Warmte, in Energie en Licht, verrijkt in God.
Vuur: het is de energie die warmte geeft in de kou van de strenge winters.
De Geest: hij is de gever van het leven, God zelf, die klei in Adam blies en hem het leven schonk: “Toen vormde de HERE God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in. Zo werd de mens een levend wezen.” (Genesis 2, 7).
God is de zachte bries die over de berg Horeb waait (1 Koningen 19, 12) om te verschijnen voor Elia. God is de grote wind in Pinksteren die het huis doet schudden: “Ineens kwam er uit de hemel een geluid, alsof er een storm opstak. Het was in het hele huis te horen” (Handelingen 2, 2) om de apostelen te vullen en het woord te gaan prediken.
De Bijbel is een boek vol van de wind die van God komt, een boek dat van open ruimtes houdt en waarvan je niet weet waar het vandaan komt of waar het heen gaat. De Bijbel is de bron van een vrije leven.
Leef deze vrijheid die je door de doop hebt gekregen en verwarm je hart altijd met de liefde van God!

موعظة عيد الدنح